Christ My Song - 122
O verblijdt u, volk des Heren - Verblijdt u in den Heer te allen tijd!
(Carl Johann Philipp Spitta/Johannes Riemens/
Johannes Thomas Rüegg)
Verblijdt u in den Heer te allen tijd!
1. O verblijdt u, volk des Heren,
te allen tijd in Godes gunst!
't "altoos blij zijn" moet gij leren:
oefent u in deze kunst!
Zou een stroom van zegeningen
ongenoten u omringen?
Neen, als G o d u 't hart verheugt,
vindt gij waarlijk zielevreugd! PDF - Midi
2. Hij heeft in deze aardse dreven,
waar geen blijdschap werd gesmaakt,
vreugde aan 't mensenhart gegeven
die voor eeuwig vrolijk maakt.
Lieflijk zendt door de aardse dalen
een fontein des heils haar stralen:
Zalig ieder die zich rept,
water uit de heilbron schept!
3. In den heiligsten der nachten
heeft Hij door der eng'len mond
't heil dat al de vad'ren wachtten,
Christus' komst aan de aard verkond.
Zongen niet Gods eng'len-scharen
van de vreugd u wedervaren?
En nu zoudt gij moed'loos staan,
als ging u dat heil niet aan?
4. Sions dochter gaat met palmen
haren Koning tegemoet:
Gij zoudt zwijgen op de psalmen,
waar zij jub'lend Hem mee groet?
Gij zoudt moed'loos staan en klagen,
daar gij zelf uw' palm moest dragen,
daar 't "Hosanna onzen Heer!"
rijzen moest, Zijn' naam tot eer?
5. Om uw vreugde te volmaken,
ving Hij 's levens arbeid aan:
werken, spreken, bidden, waken,
alles heeft Hij wél gedaan.
Met een liefde, gans volkomen,
heeft Hij straks op zich genomen
zonde en schuld en straf en nood,
ja, den bitt'ren zondaars-dood!
6. Rees Hij niet, na doodse banden,
zegevierend uit het graf?
Nam Hij niet met machtig' handen
aan den dood zijn' prikkel af?
Om ons vreugde in 't hart te geven,
leeft Hij, die ook ons doet leven,
spreekt Hij tot uw treurend hart:
Waarom ween gij? Stil uw smart!
7. Om die vreugde ons te bewaren
voer Hij op naar 's Vaders troon,
al des hemels zal'ge scharen
zingen blij, op hoger' toon:
Eeuwig zal Hij zegepralen,
overwinningen behalen
totdat alle knie zich buig'
en den Koning eer betuig'!
8. Voor zijn volk, uit alle volken
saamvergaard, is vreugd bereid,
als Hij eens, op 's hemels wolken
komt in Zijne heerlijkheid.
Gunstrijk zal Hij hen verschonen
met genade en ere kronen,
en hen voeren in de stad,
die hun God gegrondvest had.
9. Daar zal eeuw'ge vreugde stralen
van der zal'gen aangezicht.
Al hun blijdschap zal hun dalen
uit de Bron van 't Eeuwig Licht.
Zon noch maan zal daar meer schijnen,
al 't vergank'lijke verdwijnen,
en Gods volk in eeuwigheid
delen in Zijn heerlijkheid.
10. En dit al is u beschoren,
daar gij mee van Christus zijt,
daar gij mee van Hem verkoren,
vrijgekocht zijt en bevrijd.
Neen, u past geen droevig klagen:
't zou uw trouwen Heer mishagen;
en gij moogt niet moed'loos staan,
als ging u dit heil niet aan!
11. O verblijdt u, volk des Heren,
te allen tijd in Godes gunst!
't "altoos blij zijn" moet gij leren,
oefent u in deze kunst!
Leert Hem dag'lijks lof te zingen
voor Zijn duizend zegeningen,
zorgt, dat gij u wel bereidt
voor de vreugd der eeuwigheid!
Johannes Riemens, Luit en Harp, 22-26.
Translated from the German Freut im Herrn euch allewege - Freuet euch in dem Herrn allewege
of Carl Johann Philipp Spitta.