Christ My Song - 1457
De Heer kent al de zijnen - De Here kent degenen die de zijnen zijn (Carl Johann Philipp Spitta/Johannes Riemens/
Johannes Thomas Rüegg)
De Here kent degenen die de zijnen zijn.
1. De Heer kent al de zijnen,
en heeft hen steeds gekend;
Hij doet Zijn licht hun schijnen,
en redt ze uit alle ellend';
't zij klein of groot, zij erven
Zijn' zegen van rondom,
in leven en in sterven
zijn zij Zijn eigendom. PDF - Midi
2. Hij kent hen aan 't Gelove
dat op d' Onzichtb're bouwt,
en, wat de wereld roove,
zijn' schat in Hem behoudt;
dat uit Zijn woord wil leren,
en naar Zijn woord getuigt,
zich met Zijn woord durft weren,
en voor Zijn woord zich buigt.
3. Hij kent hen aan de Hope,
d' on wankelbaren moed,
die, wat de wereld slope,
blijft zet'len in 't gemoed,
zich steeds in al de blijken
der trouwe Gods verheugt,
en ongestoord blijft prijken
in 't groen der eeuw'ge jeugd.
4. Hij kent hen aan de Liefde,
in Zijn genâ gegrond,
die, hoe de wereld griefde,
hun bijblijft te allen stond,
die naar Zijn heerlijk voorbeeld
zich vormt van dag tot dag,
en zich gelukkig oordeelt,
als ze and'ren zeg'nen mag.
5. Zo kent de Heer de zijnen,
en heeft hen steeds gekend;
zo doet Hij 't licht hun schijnen,
en redt ze uit alle ellend'.
't Zij klein of groot, zij dragen
dezelfde beeltenis,
die, naar Gods welbehagen,
der zijnen kenmerk is.
6. O Heer, of 't U beliefde,
bij 's werelds vreugd en smart,
Geloof en Hoop en Liefde
te sterken in ons hart!
Als we eens voor U verschijnen,
zeg dan tot ons ook mee:
"Ik ken u als de mijnen,
gaat in tot d' eeuw'gen vree!"
Johannes Riemens, Luit en Harp, 129-131.
Translated from the German Es kennt der Herr die Seinen - Der Herr kennt die Seinen
of Carl Johann Philipp Spitta.